In de jaren 30 van de vorige eeuw ontwikkelde het Hero-terrein zich van polderland waar boertjes boerden tot industriegebied van de bekende conservenfabriek waaraan het zijn naam ontleent. Maar aan het begin van deze eeuw was die glorietijd al voorbij en transformeerde het terrein weer tot een oase van rust. Een stukje boerenland midden in de stad waar konijntjes huppelen over het over het algemeen door de boeren van projectontwikkelaar AM toch wel goed onderhouden akkerland.
Die tijden gaan veranderen, de gemaakte plannen voor een woonwijk in 2008 kwamen door de kredietcrisis in de ijskast te staan. Maar nu ontdooien ze, ondanks de coronacrisis, in licht gewijzigde vorm toch tot iets moois.
Daarover ging ik in gesprek met Wilko de Kruijf en Jaap van Engelshoven van projectontwikkelaar AM en de betrokken landschapsarchitect Peter Lubbers en architect Joost van Gorkom.
Wilko was ook in 2008 al betrokken bij het project. “Zelf ben ik opgegroeid in Breda. En het is voor mij altijd leuk als ik weer een project in Breda mag doen. Mijn laatste project, De Drie Hoefijzers, was onderdeel van mijn jeugd. Vergelijkbaar in problematiek rond het spoor, maar toch weer heel anders qua stedelijke invulling. Ik vind het ook erg mooi om aan dergelijke plannen mee te kunnen bouwen en deze verder uit te werken.”
Collega Jaap vult aan: “Dit gebied is echt een fantastische kans om iets ongelooflijk moois te maken op een bijzondere plek niet ver van de stad. Zelf ben ik vooral betrokken bij het voortraject, het overleg met de gemeente en de conceptfase. Wilko neemt het daarna van me over om het echt in te vullen.”
Bij het gesprek zijn ook Peter Lubbers en Joost van Gorkom aanwezig van Buro Lubbers. Met name de jonge bevlogen Joost vertelt over zijn studies. “Van huis uit ben ik architect, maar bij Buro Lubbers verzorg ik vooral veel stedenbouwkundige en landschappelijke plannen.
Samen met Peter hebben we hard gewerkt om er echt iets tofs van te maken. Een wijk ontworpen vanuit een groene structuur en niet andersom.”
Ter voorstudie heb ik de plannen doorgelezen. Zelf woon ik in de Kwekerijstraat, dus het gebied gaat me aan het hart. Sterker nog, het absurde tussentijdse plan om op het terrein een biomassacentrale op te richten is de hoofdreden voor de oprichting van dit blad.
Na die plannen voor een biomassacentrale bleef het lang stil, maar nu is het toch tijd om daar wat aan te veranderen.
Ik vroeg wat er nu anders is aan de oorspronkelijke plannen.
Wilko: “Op zich lijken veel zaken op de basisplannen zoals ze er in 2008 al lagen. Maar door de ontwikkelingscombinatie, destijds nog met Woningstichting Geertruidenberg, is de samenstelling van de wijk in wording wel wat anders geworden. En waar er voorheen vooral een plattegrond en telplan is gepresenteerd zijn we nu echt al een stuk verder. De nieuwe wijk is echt vanuit landschappelijke stedenbouw ontworpen en niet vanuit een raster met zoveel mogelijk huizen.”
Joost: “Het oude lint van de Kwekerijstraat hebben we als basis genomen. Historisch gezien liep dat straatje door en die lijn willen we behouden door de maat en korrel van de bebouwing door te zetten. Vanuit deze oude landschappelijke structuur is de verkaveling uitgewerkt binnen een groen raamwerk en niet andersom. Bovendien hebben we er echt op gestudeerd om de auto wel een plek te geven, maar niet aanwezig te laten zijn.”
“Oei…nu hoor ik mijn buurtjes al denken…de Kwekerijstraat blijft wel een doodlopend straatje hè. Daar gaan jullie weerstand tegen krijgen.”
Wilko: “De plannen zoals we ze eerder hadden om de Kwekerijstraat als doodlopend straatje overeind te houden zijn vooralsnog nog steeds van toepassing. Daar is niks aan veranderd. Wel vormt het nu deel van een landschappelijke lijn.”
In het plan is volop te lezen hoe biodiversiteit, duurzaamheid en waterhuishouding een plek krijgen. Als we alles mogen geloven wordt het een sprookje met mensen die maar één of minder auto’s hebben. Hoe realistisch is dat?
Jaap: “Aangaande mobiliteit zetten we echt in op deelmobiliteit. Zo zijn er punten waar je een auto of elektrische bakfiets op kunt pikken. Het parkeren vindt hoofdzakelijk aan de randen plaats in groene zones en tussen de woningen in hofjes. We stimuleren echt om de tweede auto de deur uit te doen.” “Dus voor wat betreft parkeernormen is daar al rekening mee gehouden?” Jaap: “Dat klopt, we hebben hier in eerste instantie rekening mee gehouden. Juist ook op basis van de samenstelling van de wijk.”
“Dat klinkt mooi, ik hoop dat het ook zo werkt.
In het plan lees ik ook veel over biodiversiteit en waterhuishouding, hoe vertaalt zich dat concreet?”
Jaap: “In de jaren 60-80 ging een hele ecologische structuur plat. Tegenwoordig kun je niet meer anders dan nadenken over de impact op de omgeving. Een goed leefklimaat voor mens en dier horen bij elkaar zou ik zeggen. Je kunt een eikenprocessierups achteraf bestrijden, maar je kunt er ook voor kiezen om rekening te houden met de biodiversiteit waardoor de plaag niet zover hoeft te komen. Datzelfde geldt voor waterhuishouding. Je kunt prachtig alles verstenen, maar je kunt er ook voor kiezen dat de grond alles beter op kan nemen. Help mensen bij het vergroenen van hun tuin, dan voorkom je problemen achteraf met riolen die de hoeveelheid water niet aankunnen.”
Van wie gaat al dat groen in de wijk zijn en wie gaat het onderhouden? “
Dat is nog wel een punt van aandacht, maar ook iets waar we al druk mee bezig zijn. Rondom de appartementen is het deel van het openbaar groen van de woningbouwcorporatie. Maar veel gebieden vallen straks onder verantwoordelijkheid van de gemeente. Om die reden spreken we nu al met de dienst Beheer & Onderhoud om te kijken wat kan. Maar het kan ook zomaar zo zijn dat we bepaalde delen zoals moestuinen of pocketparkjes juist aan het particulier initiatief overlaten. We kunnen zaken als ontwikkelaar faciliteren, maar de uiteindelijke bewoners en de direct omwonenden moeten het ook adopteren anders werkt het niet.”
Dat klinkt allemaal veelbelovend, maar wie gaat er dan wonen?
Wilko: “Zoals ik al aangaf is de samenstelling van de wijk anders dan destijds in 2008. Het lijkt in die zin veel meer op de algehele opbouw van Brabantpark. Zo’n 20% bestaat uit sociale huurappartementen, 30% uit middeldure huur- én koopappartementen en de rest zal uit vrije sectorwoningen bestaan. Ook zal er een huisartsenpraktijk met zorgwoningen gebouwd worden én op de locatie van de Toerist zal een zelfstandige ontwikkelaar naast horeca ook appartementen realiseren. Hierdoor krijgt de wijk een heel diverse samenstelling voor jonge mensen, maar zeker ook voor doorstromers. Iets waar in het Bredase woningbouwprogramma zeker behoefte aan is.”
En wanneer gaat dit alles spelen?
“Momenteel zijn we nog druk bezig met planvorming en gaan we ook omwonenden erbij betrekken. Hoe we dat doen dat kunnen ze elders in dit blad lezen (zie pagina 18). Daarna is het de bedoeling de bestemmingsplanprocedure op te starten. Volgend jaar zou dan alles duidelijk moeten worden waarna we hopelijk begin 2022 kunnen gaan bouwen.”
Als Brabantpark Nieuws zullen we de ontwikkelingen natuurlijk op de voet volgen, zeker in het grotere kader van de groei van onze mooie wijk. In de directe omgeving gaan namelijk meer projecten spelen waar we u graag vroegtijdig over informeren. De ontwikkelaars van het Hero-terrein wensen we samen met de gemeente Breda heel veel wijsheid toe om er een prachtige wijk van te maken die dit keer niet op fel protest van de directe omwonenden hoeft stuk te lopen. “En voor die konijntjes waar ik in de inleiding over sprak…ik hoop dat jullie reis naar een nieuw paradijs wat minder bloederig verloopt dan die van jullie collega’s uit Waterschapsheuvel.”