Op een zomeravond sta ik in de Ceresstraat voor het kantoorgebouw van De Drie Hoefijzers brouwerij. Ik heb hier afgesproken met stadsgids Evert Klomp. Evert las in ons blad stukjes over de geschiedenis van de wijk en bood mij aan samen een stadswandeling te maken. Ik ben ruimschoots op tijd en bewonder nog eens dat fraaie in Haagse School - en art decostijl opgetrokken kantoorgebouw.
Ik realiseer me nu opeens dat ik tijdens mijn jonge jaren hier nagenoeg om de hoek in de Josefstraat een tijd op kamers woonde. Ik had toen echter nog geen oog voor al dat schoons en was vaak in de binnenstad te vinden. Daar ging ik met mijn behoefte aan vertier op zoek naar ander leven in de brouwerij. Evert arriveert stipt op de afgesproken tijd, we maken kennis en gaan aan de wandel.
Al bij de start van onze wandeling voel ik dat het een interessante avond kan gaan worden. Ik ben nogal nieuwsgierig aangelegd en we delen natuurlijk de interesse voor historie en architectuur. Evert geeft uitleg over hoefijzervormen in de straat, een gedenksteen en andere elementen die verwijzen naar de brouwerij die hier jarenlang grotendeels het dagelijkse leven en het straatbeeld bepaalde. Van nature kijk je als mens recht voor je uit en daarom laat Evert mij regelmatig naar boven kijken. Hij vertelt over bouwstijlen, bijzondere gevels, ornamenten en over speciale in Frankrijk geproduceerde dakpannen.
We wisselen nu en dan wetenswaardigheden uit, zoals de herkomst van de naam van de brouwerij.
Het verhaal gaat dat de smid tegenover de brouwerij een uithangbord met drie hoefijzers had, ten teken dat daar een verloren hoefijzer vervangen kon worden. Het is heel aannemelijk dat ruiters en koetsiers van de gelegenheid gebruik maakten om tijdens die klus in een nabije herberg een biertje te gaan drinken. Hun paard stond immers bij de smid wel even op drie hoefijzers.
‘Nieuwe’ oude straat
Als we de Hooge Steenweg in lopen besef ik dat ik hier tijdens al die jaren dat ik in Breda woon nooit eerder was. Het is een oude straat die voor mij dus toch nieuw is. Maar op zich is dat niet verwonderlijk, de straat wordt namelijk doorkruist door de Doornboslaan en is al sinds jaren geen doorgaande weg meer. Het is hier nu heerlijk stil, maar begin vorig eeuw heerste er volop bedrijvigheid. In het fraaie pand met trapgevels op de hoek van de Ceresstraat is nu Bed & Breakfast ‘Het Zeepfabriekje’ gevestigd. Die naam herinnert wellicht aan het feit dat aan de Hooge Steenweg ooit een fabriek stond waar hotelzeep geproduceerd werd. Men besteedde destijds ook aan de bouw van bedrijfspanden veel aandacht. Dat is te zien aan het fraaie in art nouveau-stijl opgetrokken fabriekspand dat er nog altijd staat. Het gebouw waarin sigarenfabriek Genta gevestigd was staat er ook nog, maar ziet er vervallen uit. Toch zal dit stukje Bredaas industrieel erfgoed niet verloren gaan, Evert vertelt dat er plannen zijn om het pand te restaureren en het geschikt te maken voor bewoning.
Dat ging naar Den Bosch toe
Als we de Doornboslaan oversteken en de Teteringsedijk op lopen verandert het straatbeeld. Na de sloop van de Loda en Molenschot liggen er al sinds behoorlijke tijd door hekwerk omheinde stukken grond braak. Daardoor oogt het allemaal nogal rommelig en onttakeld. Maar als Evert mij meer gaat vertellen over deze straat en haar geschiedenis, wordt dat rommelige beeld als het ware op de achtergrond gedrongen. Zo wijst hij een eeuwenoud kilometerpaaltje aan en legt uit dat de Teteringsedijk in lang vervlogen tijden de hoofdweg naar Den Bosch was. Ook hier attendeert hij me op bijzondere details en bouwstijlen zoals de Amsterdamse en Bossche School en hij neemt me mee naar met oude bedrijfspandjes en woningen volgebouwde achterafsteegjes waarvan ik het bestaan nooit geweten heb. We besluiten onze wandeling bij de Beverweg en zijn dan over een afstand van ongeveer een kilometer bijna twee uur onderweg geweest. Ik bedank Evert en weet nu al dat ik voortaan dit stadsdeel met andere ogen zal gaan zien en ervaren.