Delen , , Google Plus , Pinterest ,

Afdruk

Geplaatst in:

De Moluks-Nederlandse geschiedenis in een notendop

In aanvulling op het artikel in het wijkblad schreven we wat achtergrondinformatie over de Moluks-Nederlandse geschiedenis.

Toen Indonesië nog een Nederlandse kolonie was, was er het KNIL: Koninklijk Nederlands Indisch Leger. De officieren bestonden veelal uit Molukkers, goede strijdkrachten die al eeuwenlang erg trouw waren aan de Nederlandse driekleur.

Na de Tweede Wereldoorlog riep Indonesië de onafhankelijke Republik Indonesia uit. De bloedige Bersiap-periode volgde, gericht tegen iedereen die niet 100% Indonesisch was.

De Molukse KNIL-soldaten bleven Nederland trouw en hoopten daarnaast op een onafhankelijke Molukse republiek.  Het recht op onafhankelijkheid was immers in principe op de Nederlands-Indonesische Rondetafelconferentie van 1949 erkend.

Op 25 april 1950 werd de RMS, Republik Maluku Selatan, uitgeroepen, doch is tot op heden niet erkend. De Molukken werden  bij Indonesië ingelijfd, maar de Indonesische regering wilde de getrainde Molukse soldaten daar niet hebben uit angst voor een staatsgreep.

 

Molukkers naar Nederland

 De Nederlandse regering wilde uit economisch belang Indonesië niet tegen de haren in strijken en liet de 4000 KNIL-militairen in 1951 op dienstbevel naar Nederland komen, samen met hun gezinnen (totaal zo’n 12.500 personen): weg uit de overzeese broeihaard en met de belofte dat het tijdelijk zou zijn.

Nederland kampte zo kort na de Tweede Oorlog met een woningtekort en plaatste de Molukse gezinnen onder andere in voormalige concentratiekampen Vught en Westerbork.

De Nederlandse regering wist zich geen raad met de KNIL-militairen en ontsloeg hen uit het leger. De Molukkers mochten echter ook niet terug naar de Molukken en bleven in Nederland, veelal afgeschermd van de Nederlandse bevolking.

De “eerste generatie” Molukkers (de trouwe  KNIL-militairen en hun vrouwen) bleven hopen dat de Nederlandse beloftes waargemaakt zouden worden en dat ze konden terugkeren naar hun geliefde vaderland. Hutkoffers bleven ingepakt op zolder staan: “Wij mogen terug, dat is ons beloofd.”

Acties in jaren 70
De “tweede generatie” (kinderen van de KNIL-militairen) kwam in de jaren 70 in opstand en voerde diverse acties uit, met slachtoffers aan Nederlandse én Molukse kant. De acties kregen internationaal aandacht, maar tot een erkenning van de RMS kwam het niet.


Gedenkteken
Inmiddels zijn we bijna 70 jaar verder, hebben een vijfde en zesde generatie het levenslicht gezien en staan de hutkoffers van de eerste generatie nog steeds te verstoffen.  Er zijn in Nederland nog enkele mensen van de eerste generatie in leven, in Breda tante Roos van bijna 91 jaar. Zij was aanwezig  bij de onthulling van het gedenkteken op 14 juni in de Molukse wijk De Driesprong, een eerbetoon aan en erkenning van de trouw en loyaliteit van de eerste generatie: de KNIL-miltairen en hun vrouwen.